Maandag 30 en dinsdag 31 januari waren belangrijke dagen voor het curriculum team. We hadden het hoofd onderwijs voor de hele provincie uitgenodigd. En 1,5 werkdag voordat hij zou komen, was zeker dat dat hij ook daadwerkelijk zou komen.
Op maandagmorgen stond dus gelukkig het hoofd onderwijs op de stoep. Hij had 4 mensen bij zich. Daarnaast dienden twee hoofden van afdelingen onderwijs van de kabupaten (qua grootte tussen provincie en gemeente in) en nog vertegenwoordigers van drie anderen zich aan. Al met al een vertegenwoordiging die je normaal gesproken maar zelden bij elkaar krijgt. De vertegenwoordiger van USAID-SERASI was natuurlijk ook duidelijk in zijn nopjes.
De vertegenwoordigers van de kabupaten waren nogal positief en rolden min of meer over elkaar heen dat ze dit curriculum wilden hebben en dat ze de boeken zouden gaan aanschaffen. Dat is natuurlijk erg leuk om te horen. Toen ik zei dat het training nodig heeft, was men daar ook positief over. “Geld geven, ja dat was moeilijk. Inderdaad was er veel geld in Papua, maar daar krijgen zij bijna niets van. Dus nee, dat zou niet gaan.” Het effect van de torenhoge corruptie hier, schat ik in.
Het team van de provincie was heel kritisch over het taalniveau in de methode. Dit was echt beneden alle standaarden. Zowat alle voor- een achtervoegsels van de werkwoorden waren weggelaten. Dat zou gecorrigeerd moeten worden. Natuurlijk was dat niet zomaar gedaan. Een aantal ervaringsdeskundigen vertelden hoe het er in de dorpen aan toe ging en wat het taalniveau daar is. De vertegenwoordiger van USAID bracht steeds dezelfde vraag naar voren naar de mensen: “Ja inderdaad, het is fout taalgebruik. Maar snap je wat er staat?” Uiteindelijk heb ik ook nog een woordje gedaan en toen ging men overstag. Het lijkt er dus op dat we na een interne revisie de begeerde aanbeveling van de provinciale overheid gaan krijgen.
Samen met de overheid bezochten we een aantal scholen. Een leerkracht van een van de scholen komt uit hetzelfde gebied als het hoofd onderwijs. Ze zei dat ze hem verteld had dat mensen in de hooglanden pas het gevoel hebben gegeten te hebben als ze zoete aardappels op hebben, mensen aan de kust als ze papeda (behangerslijm ;-) ophebben en dat ze als leerkracht pas het gevoel had dat ze gegeten had als ze deze methode gebruikte. Tja, zulke reclame kunnen we als team niet maken! Ik zag tijdens dat bezoek echter nog wel heel wat dingetjes die we kunnen verbeteren.
Nadat de ontmoetingen dinsdag tussen de middag voorbij waren, heb ik het team direct aan het werk gezet voor de voorbereidingen van het bezoek van de nieuwe landendirecteur van USAID op woensdag. Gelukkig was dat niet zoveel werk. De presentatie ging heel vlotjes. En blijkbaar hing er nog heel wat van af, want de volgende morgen zat er een email in mijn mailbox dat ze de avond ervoor besloten hadden het komende half jaar weer fondsen te geven. Dit is het laatste halfjaar van de SERASI organisatie die tussen USAID en ons in zit, dus langer kon niet. We kunnen straks proberen fondsen te krijgen via de nieuwe partner van USAID.
Ik zal maar eerlijk zijn. Ik kwam vrijdag niet uitgezucht hoe heerlijk het was om weer thuis te zijn. We hebben als team heel veel uren gemaakt om het allemaal te laten slagen. We zijn heel blij (en God dankbaar!) dat dat allemaal goed gelukt is. Nu weer verder met de gewone doelen: goede boeken schrijven!