De afgelopen maand hebben we gebruikt voor het samenstellen van de grote lijn van de lesboeken voor klas 3. Hiervoor is mevrouw Puji weer gekomen die al een paar keer eerder gedurende haar schoolvakantie is gekomen. Ze heeft ook een aanzet gemaakt tot het schrijven van een aantal instructies van lastige onderwerpen in het Indonesisch. Dat zal erg van pas komen. Ik heb sinds twee weken een vierde staflid. Ze moet meehelpen om rekenen klas 3 te schrijven. Helaas heeft ze nog geen ervaring, dat soort mensen zijn in Papua echt niet te krijgen.
Komende week willen we beginnen aan het schrijven van de tweede lesmaand van klas 3. De eerste maand is grotendeels af. We hebben afgesproken dat wat niet af is nu niet afgemaakt wordt, zodat we leerkrachten voor kunnen blijven en voorzien van lesmateriaal, zodat ze die kunnen testen.
Hoewel ik me wel eens afvraag hoeveel invloed ons werk heeft, krijgen we toch regelmatig positieve berichten.
Tiom: 50 km naar het westen. Een jaar geleden hebben we een groep leerkrachten uit dit gebied getraind. Van één van hen hoorden we positieve berichten dat de kinderen zo goed vooruit gaan.
Anggruk: Dit gebied 60 km ten noorden van ons heeft een leerkracht die zelf de middelbare school niet heeft afgemaakt. Alle 139 kinderen op zijn school (de andere leerkrachten komen nooit) kunnen lezen.
Nalca: 80 kilometer naar het oosten. Uit een onderzoek van collega-organisatie YASUMAT bleek dat de kinderen op de twee dorpsscholen die een kladversie van onze boeken gebruiken 19 letters per minuut konden lezen. Dit in tegenstelling tot 6 andere scholen die ze getest hebben. Daar ligt het gemiddelde op 0 letters. Qua rekensnelheid zaten ze op 4 sommetjes per minuut, terwijl de andere scholen ook daarbij op 0 sommen per minuut zaten. De resultaten zijn nog niet erg hoog, maar dit zijn vrijwilligers die hoogstens middelbare school gedaan hebben en de kinderen les geven. Daarnaast is de eerste leerstap het moeilijkste, als die eenmaal genomen is, dan kan er sneller winst geboekt worden.
Momenteel ben ik weer bezig met het ministerie van onderwijs. Hopelijk lukt het om ook daar vandaan een aanbeveling te krijgen, dan hebben we een extra argument in handen om onze boeken te promoten. Tegelijkertijd zou ik wel graag een doorbraak zien. De nationale overheid is op dit moment gratis schoolboeken aan het verspreiden in Papua. Die boeken besteden bijna geen aandacht aan de basisleerstof van rekenen en lezen. Je zou kunnen zeggen dat ze beginnen op het niveau van Nederlandse boeken rond Kerst. Dat terwijl in Papua maar een heel klein percentage van de kinderen eerst naar kleuterschool gaat en daar leert lezen. Voor de meeste kinderen en leerkrachten zijn deze boeken dus geen brug te ver, maar een zee te ver. Ik bid wat dat betreft echt om een wonder, want de bewustwording lijkt hier zo beperkt te zijn. Iedereen accepteert dat soort boeken maar, terwijl tientallen jaren van nationale boeken hier nog nooit het verschil hebben kunnen maken. Overigens heeft helaas meer dan de helft van de Indonesische kinderen hetzelfde probleem, ook zij volgen geen kleuteronderwijs...
Persoonlijk gaat het ons goed. We zijn ook gezond. De kinderen beginnen aan hun laatste vakantieweek.
We hebben een paar weken een lokale collega vervangen bij het geven van zondagsschool.
Vorige week blafte opeens onze hond. Eerder die week had de lerarenopleiding ‘s nachts een inbraak gehad, dus toen ik buiten iemand zag lopen, riep ik hem in de veronderstelling dat het een student van de lerarenopleiding is. Komt er een poedelnaakte jongeman op me aflopen met twee stenen in zijn hand. Die legde hij gelukkig op de grond. Zegt hij dat hij komt solliciteren. ‘Ik had zijn huis vast wel gezien, het was nog niet af. Hij had geld tekort. Zijn oudere broer gaf hem niets, etc, etc.’ Hij was dronken. Ik heb hem maar naar de nachtwacht gebracht en gezegd dat hij overdag nog maar eens terug moest komen.
Op een wandeling langs het huis van een ex-student van de lerarenopleiding vroeg ik de dorpsbewoners of hij thuis was. Hij bleek al overleden te zijn. Hoewel het volgens de eerste dorpsbewoner ‘buatan’ was (vervloeking), blijkt het kanker te zijn geweest. Hij laat een zwangere vrouw en een kind na. De volgende dag kwam zijn vrouw langs. Ze bleef maar bij zijn familie wonen. Anders zou de geest van de overledene haar misschien ‘s nachts storen en vragen waarom ze zijn kind naar een ander dorp heeft genomen.
We zijn in de vakantie een keer met een ander gezin en de kinderen naar een dorp verderop gelopen. Hier zitten we lekker in de kookhut.